Bekijk veelgestelde vragen over tapes en banden.
BG1 is de classificatie voor een schuimband die volgens DIN 18 542 geschikt is voor toepassingen die worden blootgesteld aan weersinvloeden. De 600 Pa. (afkorting van Pascal, de SI-eenheid van druk) slagregendichting is één van de eigenschappen die een schuimband nodig heeft om hieraan te voldoen. Het vereist ook dat de schuimbanden voldoen aan een hoog niveau van luchtdichtheid, uv-en brandbestendigheid.
BG2 bevestigt de geschiktheid voor gebruik voor toepassingen die niet aan weersinvloeden blootstaan zoals verborgen voegen. Volgens DIN 18 542 is een slagregendichting van 300 Pa. noodzakelijk.
BGR is de certificering voor luchtdichte banden. Hier is de eis: <0,1 m3/[h ⋅ m ⋅ (Dapa) 2/3]. Het schuimband is luchtdicht tot maximaal 0,1 m3 lucht, per uur en per strekkende meter voeg bij 10 Pa. drukverschil.
Dit hangt ervan af of de schuimbanden later worden blootgesteld aan zware belasting. In dit opzicht heeft DIN 18 542 zeer duidelijke specificaties. Schuimbanden die aan weersinvloeden worden blootgesteld moeten een oppervlak behouden dat voldoet aan de criteria van BG1. Daarom dienen de schuimbanden minimaal slagregendicht tot 600 Pa. te zijn.
Alleen in toepassingsgebieden waar het band niet aan weersinvloeden wordt blootgesteld, is een schuimband van BG2 voldoende omdat deze slechts slagregendicht tot 300 Pa. dient te zijn.
Voor de afdichting van kozijnen kun je een multifunctioneel schuimband, zoals de TP650 ILLMOD TRIO 600, TP652 ILLMOD TRIO 750 of TP654 ILLMOD TRIO 1050, gebruiken. Dit zijn geïmpregneerde schuimbanden die de drie functies van weerbestendigheid, thermische- en akoestische isolatie én luchtdichtheid in één product combineren. In vergelijking met het afdichten van een kozijn met drie afzonderlijke producten (zie het illbruck i3-systeem) levert dit een aanzienlijke tijdsbesparing op. Deze banden zijn vaak breder andere geïmpregneerde schuimbanden en passen doorgaans over de volledige diepte van een kozijn. Indien het band echter té breed is kan worden uitgeweken naar de smallere TP651 ILLMOD TRIO 600.
Nee, het is niet nodig om afdichtingsmiddel over een geïmpregneerd schuimband aan te brengen. Dit komt doordat een BG1/MF1-tape in zijn toepassingsgebied/voegbereik al slagregen- en uv-bestendig en hiermee dus weerbestendig tot 600 Pa. (>100 km/u windbelasting) is. Bovendien kan een extra afdichting de damp-openheid van schuimband beïnvloeden.
Geïmpregneerde schuimbanden, ook wel compriband, zwelband of gecomprimeerd schuimband genoemd, bestaan uit polyurethaanschuim. Polyurethaanschuim is een kunststof die vaak wordt afgekort tot PU en is een van de meest veelzijdige isolatiematerialen die we kennen. Het polyurethaanschuim wordt vervolgens geïmpregneerd met een mengsel van kunstharsen. Deze impregnatie is essentieel en geeft de schuimbanden een aantal unieke eigenschappen:
De meeste banden zullen na verloop van tijd uitzetten tot 4 à 5 keer de originele dikte. Dit is echter niet relevant zolang je er maar voor zorgt dat de voegbreedtes binnen het bandbereik vallen. Wil je er zeker van zijn dat je de juiste maat gebruikt? Gebruik dan handige tools zoals www.bandwijzer.nl of bekijk de maattabellen in onze catalogus of op de website.
Multifunctionele (geïmpregneerde) schuimbanden worden op basis van het type en de grootte van de belasting, waaraan zij mogen worden blootgesteld, in klasse MF1 of MF2 ingedeeld.
Alle multifunctionele schuimbanden moeten net als BGR schuimbanden luchtdicht zijn na installatie. MF1 en MF2 verschillen net als BG1 en BG2 van elkaar in UV-bestendigheid en slagregendichtheid.
De temperatuur waarin geïmpregneerd schuimband wordt opgeslagen en wordt verwerkt heeft invloed op het uitzetten van het schuimband. Zo zijn geïmpregneerde schuimbanden zeer geschikt voor toepassing bij koud weer. Het band zal hierdoor namelijk langzamer uitzetten, waardoor je langer de tijd hebt om het band te verwerken.
Ja, TP610 ILLMOD COMPRI (Compriband) is weer- en uv bestendig. Dit geldt tevens voor TP600 ILLMOD 600, TP602 ILLMOD 600 MAX (een universeel voegenband) en de TP700 ILLMOD 600 ZEROLINER.
Geīmpregneerde schuimbanden zetten bij hogere temperaturen sneller uit. Een gekoeld band zal tijdens de verwerking langzamer uitzetten. Wij adviseren dan ook het band op een koele en droge plaats bij een temperatuur tussen +1°C en +20°C op te slaan.
De opslagduur is afhankelijk van het product en ligt tussen 12 en 24 maanden. Bekijk hiervoor altijd de technische datasheets. Bewaar het band in de originele verpakking op een koele en droge plaats bij een temperatuur tussen +1°C en +20°C. Een gekoeld band zal tijdens de verwerking tevens langzamer uitzetten. Bewaar de dozen alleen rechtop (rollen liggend). Bewaar en transporteer enkelvoudige rollen liggend met volledig contact met het oppervlak. Voorkom dat de rollen worden blootgesteld aan puntbelastingen.
