Ontdek onze merken

Verwerkingsinstructies voor gecomprimeerde en geïmpregneerde schuimbanden

Vlakke evenwijdige voegen:

Aluminium, staal, RVS, geschilderd/geschaafd hout, beton zonder structuur, geëxtrudeerd kunststof, etc.

Oneffen evenwijdige voegen:

Steenachtige gemetselde materialen, materialen afgewerkt met een structuur.

Vlakke, verlopende voegen:

Bij verlopende voegen kan het nodig zijn dat er meerdere bandmaten gebruikt worden. Meet de voeg op het smalste en breedste punt.

Oneffen, verlopende voegen:

Wanneer slechts één van de voegwanden vlak is, dient de voeg als oneffen te worden beschouwd. Bij voorkeur het band bevestigen op de gladde ondergrond.

Voorbereiding

Om de tape te installeren, dient u een meetlint, mes of schaar, spatel of plamuurmes en, indien nodig, wiggen bij de hand te hebben. De ondergrond dient schoon, stof- en vetvrij te zijn, dus verwijder vervuiling van de randen.

Keuze bandafmeting

Gebruik voor iedere voegbreedte de juiste bandafmeting. Bij een verlopende voegbreedte kunnen er meerdere afmetingen (banddiktes) worden toegepast. Houdt rekening met de hoogte van het gebouw (winddruk belasting, NEN 6702). Het opgegeven bereik van de afdichtingstape voor de verbinding mag niet worden overschreden. Dit geldt ook voor secties met oneffen oppervlakken. Zie www.bandwijzer.nl en onze video over het bepalen van de voegdiepte, voegbreedte en het juiste band.

Minimale en maximale voegbreedte

Het toepassingsbereik van iedere banddikte staat op de rol aangegeven. Binnen dit bereik mag de voegbreedte verschillen en behoudt het zijn maximale kwaliteitseigenschappen (BG1).

De minimale banddikte wordt bereikt bij de maximale comprimering (hoge temperaturen).
De maximale banddikte wordt bereikt bij de minimale comprimering (lage temperaturen).

Verwerking

Het voorgecomprimeerde band kan direct van de rol in de voeg worden aangebracht. Met een stanleymes of een speciale schaar op maat snijden/knippen. Verwijder de eerste 20 mm van het band. Verwijder de schutfolie van de zelfklevende film. Trek de eerste 30 cm van de schutfolie gelijkmatig weg om scheuren te voorkomen. Steek het voorgecomprimeerde band in de voeg. Bij verticale naden begin je aan de onderkant en werk je omhoog. Druk de zelfklevende kant van de tape (gebruik indien nodig een plamuurmes) stevig tegen de verbindingsrand. De tape moet minimaal 2 mm terugliggend van het oppervlak naar binnen worden aangebracht. Wist je overigens dat de TP700 ILLMOD 600 ZERO LINER (EcoTech) een geïmpregneerd schuimband is zónder schutfolie?

 

Hoeken

Om lekkende voegen te voorkomen mag het band nooit in de hoeken of om de hoeken doorlopen. Het mag ook nooit uitgerekt worden aangebracht (zie afbeeldingen).

Kozijnmontage binnenaanzicht

Het band mag nooit om de hoeken van het kozijn doorgetrokken worden.

Het band is hier met een z.g. oortje aangebracht. Dit is een veel voorkomende oplossing, maar geeft toch nog steeds kans op lekkage.

Het band recht afsnijden en stuiken in de hoeken is de beste manier om het kozijn af te dichten.

Kruis- of T-verbindingen

Bij kruisverbindingen of T-verbindingen altijd eerst het verticale band aanbrengen. De horizontale banden met enige overlengte plaatsen en met lichte druk tegen het verticale band.

Stuiken

Druk de banduiteinden met enige overlengte tegen elkaar aan. Knip het band haaks af en overlap nooit.

Variërende voegbreedten

Als de voegbreedten aanzienlijk variëren, gebruik dan banden met een verschillend toepassingsbereik en druk de aansluitingen met enige overlengte tegen elkaar. Knip het band haaks af en overlap nooit.

Natte of stoffige verbindingen

Indien het de band niet goed kan hechten aan de ondergrond in natte, stoffige of bevroren voegen, wig de tape op verschillende punten langs de lengte in positie en verwijder de wiggen nadat uitzetting heeft plaatsgevonden.

Vervormingen

TP600 / TP602 / TP610 / TP700 gecomprimeerd en geïmpregneerd schuimband is zeer soepel én elastisch en kan daardoor de volgende voegbewegingen duurzaam volgen:

  • De vervormingen (uitzetting en afkoelingskrimp) van de bouwelementen door temperatuurswisselingen
  • Zettingsverschillen tussen afzonderlijk gefundeerde gebouwdelen
  • Trillingen
  • Klimatologische invloeden (winddruk en/of windzuiging) en deformatie van het bouwelement als gevolg van buiging 

Deze voegbewegingen kunnen worden opgevangen mits de juiste bandafmeting (breedte/dikte) wordt toegepast en het band niet boven de Maximale Toelaatbare Vervorming (MTV) wordt belast.

Opslag

De opslagduur is afhankelijk van het product en ligt tussen 12 en 24 maanden. Bekijk hiervoor altijd de technische datasheets. Bewaar de schuimbanden in de originele verpakking en op een koele en droge plaats bij een temperatuur tussen +1°C en +20°C. Een gekoeld band zal tijdens de verwerking tevens langzamer uitzetten. Bewaar de dozen alleen rechtop (rollen liggen). Bewaar en transporteer enkelvoudige rollen liggend met volledig contact met het oppervlak. Voorkom dat de rollen worden blootgesteld aan puntbelastingen.

 

 

Voorkom verschuiving van individuele lagen. De toepassing van mechanische belastingen (vooral loodrecht op de rol en de toepassing van druk op de rand van de rol) kan resulteren in een verschuiving van de afzonderlijke lagen van de samengeperste rol (telescoperend effect). Gebruik voor het bewaren van een aangebroken rol een daarvoor geschikt hulpmiddel. Wij adviseren de AB007 klem en AB006 (voor banden vanaf 30 mm).

Download leaflet verwerkingsinstructies